Het exemplaar dat gisteren met veel poeha door m'n kamer fladderde inspireerde in elk geval tot een beetje entomologische variatie. Naast alle kleine haft- en schietmotimitaties die ik de laatste paar dagen aan het binden was, was het namelijk best een vreemde eend.
Posts tonen met het label insekten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label insekten. Alle posts tonen
vrijdag 9 september 2011
Langpootmuggen
Grote kans dat je ze de afgelopen tijd weleens op je plafond hebt zien zitten of met veel kabaal rond een lamp hebt horen vliegen. Langpootmuggen. Want die zijn momenteel aan de spreekwoordelijke wandel. Om te paren en eieren te leggen in de weilanden. En om dus vervolgens doodleuk bij ons binnen te vliegen, omdat ze net zoals veel insekten op licht afkomen.
zaterdag 9 juli 2011
Match the polderhatch.
Herinnert u zich deze nog?
Precies, de eendagsvliegjes die de laatste tijd steevast rond zonsondergang hatchen op mijn "nieuwe" ruisvoornstek. Vanavond heb ik me maar eens gebogen over een imitatie.
Enig onderzoek heeft inmiddels geleerd dat het haften uit het geslacht Caenis zijn. Een geslacht eendagsvliegen waarvan de nimfen vooral in stilstaand of langzaam stromend water met een modderige bodem leven en die hatchen in de avonden in juli. Leuk wist-u-datje: Onder vliegvissers staan de verschillende Caenis-soorten ook wel bekend als "Angler's Curse." Omdat ze zo verrekte klein en dus nauwelijks na te binden zijn. #28 en kleiner zijn geen uitzonderingen. Met recht klein klotegrut dus. Ik zal maar meteen toegeven dat ik vals heb gespeeld. Mijn vliegjes zijn op een nummertje 18 gedraaid. Ze doen het er maar mee. Ik ga er eerdaags ook nog wel wat spinner-varianten van binden. Gewoon, omdat 't kan.
Precies, de eendagsvliegjes die de laatste tijd steevast rond zonsondergang hatchen op mijn "nieuwe" ruisvoornstek. Vanavond heb ik me maar eens gebogen over een imitatie.
Enig onderzoek heeft inmiddels geleerd dat het haften uit het geslacht Caenis zijn. Een geslacht eendagsvliegen waarvan de nimfen vooral in stilstaand of langzaam stromend water met een modderige bodem leven en die hatchen in de avonden in juli. Leuk wist-u-datje: Onder vliegvissers staan de verschillende Caenis-soorten ook wel bekend als "Angler's Curse." Omdat ze zo verrekte klein en dus nauwelijks na te binden zijn. #28 en kleiner zijn geen uitzonderingen. Met recht klein klotegrut dus. Ik zal maar meteen toegeven dat ik vals heb gespeeld. Mijn vliegjes zijn op een nummertje 18 gedraaid. Ze doen het er maar mee. Ik ga er eerdaags ook nog wel wat spinner-varianten van binden. Gewoon, omdat 't kan.
donderdag 7 juli 2011
The antennae! Shoot the antennae!
We may be witnesses to a Biblical prophecy come true - 'And there shall be destruction and darkness come upon creation and the beast shall reign over the earth.'
Zo'n vaart als in het geniale Them! uit 1954 zal het waarschijnlijk niet lopen, en veel meer dan een terrasbezem om het zand terug te vegen tussen de tegelvoegen zal dan ook niet nodig zijn. De automatische geweren, vlammenwerpers en explosieven mogen dus in het schuurtje blijven. Maar ze zijn momenteel wel aan het uitvliegen, de koninginnen en de mannetjes van de Lasius Niger, de gewone Zwarte Wegmier dus. Vooral tijdens de warmere zonnige avonden kiezen de dames van koninklijke bloede gevolgd door een eskader darren het luchtruim. Tijdens de vlucht worden de koninginnen bevrucht door de mannetjes en zullen spoedig hierna een nieuwe kolonie stichten. De mannetjesmieren worden na hun kortstondige lidmaatschap van de Mile High Club direct overbodig en zullen ter aarde storten om hier weldra te sterven. Ze kunnen natuurlijk ook in een polderslootje landen. Op dat laatste heb ik me in elk geval maar voorbereid. Gekke ruizer die zo'n makkelijke vette hap laat liggen.
vrijdag 1 juli 2011
Als vliegen op stront.
Vanavond heb ik weer eens fatsoenlijk een paar uurtjes gemaakt met de vlieg. En het waren een paar uitstekende uurtjes. De ruizers hadden er zin in en waren in het avondzonnetje veelal op zicht aan te werpen. Zo wist ik in de eerste twee uurtjes de één na de andere te pakken op een nimfje. En leuke ook nog. Een enkel guppie daargelaten, waren de visjes allemaal tussen de twintig en dertig centimeter. Goed boeren dus. En dat ondanks een strontvervelende harde wind die menig worp een meter of twee van het geplande doel deed belanden.
Toen die wind langzamerhand ging liggen en de zon al flink laag was gezakt werd het even een uurtje wat stiller. Maar kort daarna begon de echte pret pas. Eerst kwamen de dansmuggen. Toen de sedges. En voor ik het goed en wel doorhad zat ik ineens onder de kleine grijzige meivliegjes die mijn linkerbeen als locatie hadden uitgezocht om hun laatste vervelling te ondergaan.
Het zal niemand verbazen dat ik me tijdens deze gemengde hatches helemaal gek heb gevangen op droge vliegjes. De ruizers stegen overal en gristen alles met vleugeltjes en pootjes van het water. Ook de blankvoorns en zelfs een baars kwamen mijn aangeboden imitaties van de oppervlakte snoepen. Geniaal, eindelijk weer eens zoveel actie op de droge vlieg. En dat allemaal vanaf dezelfde plek. Op sommige dagen gaat het bijna té makkelijk. Die dagen moet je koesteren, want ik durf bijna te wedden dat als ik er morgen weer sta (alsóf ik dat kan laten) het weer eens ouderwets een handjevol kleine voorn en een verdwaald baarsje worden. Met ruisvoorn kun je er nou eenmaal erg moeilijk peil op trekken. De ene dag springen ze met tientallen tegelijk in je schoot, de dagen, wat zeg ik, weken erna is het weer bikkelen voor een enkel speldaasje. Maar vanavond was het dus zeldzaam perfect. Ik geniet nog even na.
Van de vangsten heb ik alleen de twee kleinste visjes op de gevoelige plaat vastgelegd. En wel voor dit nobele doel. Welterusten!
Toen die wind langzamerhand ging liggen en de zon al flink laag was gezakt werd het even een uurtje wat stiller. Maar kort daarna begon de echte pret pas. Eerst kwamen de dansmuggen. Toen de sedges. En voor ik het goed en wel doorhad zat ik ineens onder de kleine grijzige meivliegjes die mijn linkerbeen als locatie hadden uitgezocht om hun laatste vervelling te ondergaan.
Het zal niemand verbazen dat ik me tijdens deze gemengde hatches helemaal gek heb gevangen op droge vliegjes. De ruizers stegen overal en gristen alles met vleugeltjes en pootjes van het water. Ook de blankvoorns en zelfs een baars kwamen mijn aangeboden imitaties van de oppervlakte snoepen. Geniaal, eindelijk weer eens zoveel actie op de droge vlieg. En dat allemaal vanaf dezelfde plek. Op sommige dagen gaat het bijna té makkelijk. Die dagen moet je koesteren, want ik durf bijna te wedden dat als ik er morgen weer sta (alsóf ik dat kan laten) het weer eens ouderwets een handjevol kleine voorn en een verdwaald baarsje worden. Met ruisvoorn kun je er nou eenmaal erg moeilijk peil op trekken. De ene dag springen ze met tientallen tegelijk in je schoot, de dagen, wat zeg ik, weken erna is het weer bikkelen voor een enkel speldaasje. Maar vanavond was het dus zeldzaam perfect. Ik geniet nog even na.
Van de vangsten heb ik alleen de twee kleinste visjes op de gevoelige plaat vastgelegd. En wel voor dit nobele doel. Welterusten!
maandag 23 mei 2011
Creatief met kokerjuffer.
Via de blog van een collega-vliegvisser en -binder uit de Verenigde Staten werd ik geattendeerd op het werk van de Franse kunstenaar Hubert Duprat. Duprat liet voor één van zijn projecten de larven van Trichoptera (kokerjuffers of schietmotten dus, voor de vliegvissers bekend als sedges en caddis flies), hun karakteristieke beschermende "huisjes" bouwen van o.a. goud en diverse (half)edelstenen als saffier, opaal en diamant. De kokers die de beestjes dus normaalgesproken maken van bijvoorbeeld plantenresten en zand, afhankelijk van het in hun thuiswater aanwezige bouwmateriaal. Zie hier wat voorbeelden van de resultaten:
Ik vind het indrukwekkend. Als klein snotjoch had ik op mijn jongenskamertje in Soest een klein aquarium staan met stekelbaarsjes, waterkevers, vlokreeftjes, libellelarven en ander aquatisch grut. Ook kokerjuffers ontbraken niet en ik vond het toen al fascinerend om te zien dat de larven na verloop van tijd het fijne grind uit m'n aquarium gingen gebruiken voor hun kokers. Voor Duprat dus echter geen greffol, maar duidelijk the next levol.
Hier kun je meer lezen over Duprat en dit project, en in dit filmpje vertelt de kunstenaar over zijn werk. Voor de ongeduldigen onder ons, de larven komen vanaf 2 minuut 38 aan bod.
Ik vind het indrukwekkend. Als klein snotjoch had ik op mijn jongenskamertje in Soest een klein aquarium staan met stekelbaarsjes, waterkevers, vlokreeftjes, libellelarven en ander aquatisch grut. Ook kokerjuffers ontbraken niet en ik vond het toen al fascinerend om te zien dat de larven na verloop van tijd het fijne grind uit m'n aquarium gingen gebruiken voor hun kokers. Voor Duprat dus echter geen greffol, maar duidelijk the next levol.
Hier kun je meer lezen over Duprat en dit project, en in dit filmpje vertelt de kunstenaar over zijn werk. Voor de ongeduldigen onder ons, de larven komen vanaf 2 minuut 38 aan bod.
zaterdag 12 maart 2011
dinsdag 8 maart 2011
Halsbandparkieten.
Wie de afgelopen jaren niet onder een steen geleefd heeft en een beetje oog heeft wat voor wat er zoal in den lande rondfladdert zal ze zeker weleens hebben gezien. Halsbandparkieten (Psittacula krameri). Deze groene herrieschopper, oorspronkelijk afkomstig uit Afrika en Azië, doet het al jaren goed in de parken en andere groenzones in onze grotere steden, maar lijkt inmiddels aan een ware opmars bezig door het hele land. Het zijn het best koddige beestjes, maar ik weet niet zo goed wat ik van de huidige explosie in hun populatie moet vinden. Al laat ik het graag aan de echte biologen iets zinnigs te zeggen over de ecologische impact hiervan.
Eén ding is in elk geval zeker, je kunt best wat leuks met hun veren. Afgelopen zondag zag ik aan de Vecht een staartpennetje liggen en ben daar gisteravond eens mee gaan knoeien. Met de hulp van wat pauw voor het lijfje (en evt de voelsprieten) en wat zwarte hackle waren deze kevertjes het resultaat.
Ze zouden eventueel voor een Phyllobius-soort door kunnen gaan. Of een zandkevertje. Ik gok dat de forel dat eigenlijk weinig kan schelen, want ze zien er in elk geval lekker buggy uit.
Abonneren op:
Posts (Atom)