maandag 20 september 2010

How not to fish.


De herfst begon vroeg dit jaar. Toen ik eind augustus aan de Ourthe stond hing het eigenlijk al in de lucht. De eerste bladeren kwamen al naar beneden en de typische fris-organische geur begon al langzamerhand zijn intrede te doen. Toen ik thuis kwam was het helemaal snel duidelijk. De leliebedden in de Vecht waren duidelijk op hun retour en wie op een zonnige nazomer had gehoopt kwam goed bedrogen uit. Regen en wind was wat de weergoden ons cadeau deden. Hoewel september volgens velen de maand bij uitstek is om je visje te vangen, zorgden weer, wind en andere bezigheden ervoor dat ik de laatste weken relatief weinig aan het water te vinden was. Om het pescatoriaal verlangen in de tussentijd niet tekort te doen heb ik de nodige literatuur weer eens uit de kast getrokken. Niets beters immers om smeulend verlangen weer aan te wakkeren dan de avonturen van anderen. Ik heb met name weer genoten van How to fish van Chris Yates. Het ietwat excentrieke icoon van de huidige vissende generatie beschrijft hierin zijn tochten langs een riviertje in september, op jacht naar baars. Wie bekend is met de persoon Yates en zijn werk, weet op voorhand al dat er in het boek wel wat gevangen wordt, maar dat de pagina's toch voor het overgrote deel worden gevuld met beschrijvingen van het landschap, de rivier, en het weer, de geneugten van een goed bakkie thee en natuurlijk allerhande gedachtendwalingen. Yates bezit als geen ander de kracht je mee te nemen naar de rivieroevers en je te laten inzien dat het vangen van vis in de meeste gevallen maar bijzaak is.
Aan beschrijvingen van de rivier en het landschap in september ga ik me niet wagen. Het zou op z'n best een goedkoop en slap aftreksel van de meester worden. Maar uiteraard had ik nadat ik het boekje uit had gelezen een enorme zin om een rivier af te struinen en baars te vangen. Dus dat ging ik doen. Niet zoals Yates met een dobbertje met een worm eronder bungelend, maar met de spinhengel en een doos kleine plugjes en spinners. Zondag begon ik aan het einde van de middag met de rivier aan de westkant, de Vecht. Na lang niets en vervolgens een paar volgers, tikkers en lossers, bleef uiteindelijk een mooie breedgeschouderde gestreepte rakker van een centimeter of 30 wél hangen. Na deze opener zouden er nog een aantal kleinere exemplaren volgen. Ze waren allemaal nog wat voorzichtig. Geen felle knallen, maar bedachtzame, vaak meer uit nieuwsgierigheid dan uit honger of jachtinstict geboren lijkende tikjes.




















Maandag ging ik aan het einde van de dag oostwaarts. Naar de Kromme Rijn. Mijn dag was een ware maandag geweest. Voor de dag goed en wel begonnen was had ik moeten dealen met uitgevallen treinen, een Albert Heijn-medewerker die het nodig vond om een discussie met me aan te gaan over mijn betaling met een briefje van twintig en niet naar behoren functionerende emailboxen op mijn werk. Eenmaal onderweg op het fietsje naar de Oost had ik de Marnixlaan nog niet overgestoken, of er reed één of andere flapdrol me in de wielen en vond het nodig een grote bek op te zetten. Na wat Oud-Uteregs ge-maaaafkees over en weer besloot de beste vent mijn advies maar beter even heel snel door te fietsen ter harte te nemen en vervolgde ik m'n fietstocht. Gezellige bui joh, ik. Laatste obstakel, de Burgemeester Reigerstraat. Maar nadat de bodywarmermoeders met bakfietsen en de bontkraagmoeders die hun toch al over de hele breedte van het wegdek zwabberende Florisjes en Roderikjes nog even extra aan het Ralphje trokken een gepasseerd station waren en ik uiteindelijk via het Wilhelminapark en Rijnsweerd de stad verliet kon ik aan mijn geplande avontuur beginnen. Aan het water begon de pret pas echt. Met één oog het water inspecterend tuigde ik op en wist vervolgens met een sierlijke eerste worp mijn plugje in een brandnetel 5 meter links van me te planten. Leuk. Ik gaf een rukje aan de lijn, waarop het aasje met een noodvaart losschoot, tegen m´n hengel aan vloog en de hengel zo letterlijk onthoofdde. Top vlak onder het tweede oog afgebroken. Nóg leuker. De derde keer in een jaar tijd dat ik ´n hengeltop sloop. Eerst was daar een klein jaar geleden een autoportier die het hele topdeel van mijn toenmalige snoekhengel verbrijzelde (een klassiekertje) en vervolgens afgelopen voorjaar de onderkant van een brug die het topoog van zijn vervanger dusdanig beschadigde dat de lijn bij het langs het oog schuren steevast brak. En nu dit geklungel weer. Aangezien de hengel nog wel redelijk visbaar was heb ik me niet laten kennen en de sessie vol goede moed voortgezet. Zonder al teveel resultaat overigens. Drie kleine baarsjes op kant en een bak van een winde die vlak onder mijn voeten de Hornet een kusje gaf, maar het daar vervolgens maar bij besloot te laten. Eigenlijk vang ik aan de Kromme Rijn nooit echt denderend, maar de rivier en haar omgeving maken dit gebrek aan actie doorgaans ruimschoots goed met hun charme. Vandaag kon ik er alleen echt niet meer van genieten. Angling, you're doing it wrong. Een telefoontje naar mijn rechtsbijstandverzekeraar leerde tevens dat ik Yates helaas niet aansprakelijk kan stellen voor de schade die ik als gevolg van het door zijn verhalen aangewakkerde enthousiasme heb moeten lijden. Dan maar weer eens naar de hengelboer deze week.


2 opmerkingen:

  1. Heb je al een nieuwe hengel? Ik ben in blijde afwachting van een ebay aanschaf: Een echte splitcane vliegenhengel! Een echte opknapper, precies wat ik wilde met de winter in aantocht. Kostte me $65 incl. verzendkosten. Da's bijna gratis dus! Nu maar hopen dat het geen totaal onvisbare blank is! We zullen zien. Al is het maar om even dat Yates gevoel te hebben... Zo'n doorbuigende stengel bamboe!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nee, nog geen nieuwe spinstok gekocht. Sowieso voor mijn doen weinig gevist de laatste tijd.
    Splitcane, goed bezig! Ben heel benieuwd of hij bevalt!

    BeantwoordenVerwijderen