Via de blog van een collega-vliegvisser en -binder uit de Verenigde Staten werd ik geattendeerd op het werk van de Franse kunstenaar Hubert Duprat. Duprat liet voor één van zijn projecten de larven van Trichoptera (kokerjuffers of schietmotten dus, voor de vliegvissers bekend als sedges en caddis flies), hun karakteristieke beschermende "huisjes" bouwen van o.a. goud en diverse (half)edelstenen als saffier, opaal en diamant. De kokers die de beestjes dus normaalgesproken maken van bijvoorbeeld plantenresten en zand, afhankelijk van het in hun thuiswater aanwezige bouwmateriaal. Zie hier wat voorbeelden van de resultaten:
Ik vind het indrukwekkend. Als klein snotjoch had ik op mijn jongenskamertje in Soest een klein aquarium staan met stekelbaarsjes, waterkevers, vlokreeftjes, libellelarven en ander aquatisch grut. Ook kokerjuffers ontbraken niet en ik vond het toen al fascinerend om te zien dat de larven na verloop van tijd het fijne grind uit m'n aquarium gingen gebruiken voor hun kokers. Voor Duprat dus echter geen greffol, maar duidelijk the next levol.
Hier kun je meer lezen over Duprat en dit project, en in dit filmpje vertelt de kunstenaar over zijn werk. Voor de ongeduldigen onder ons, de larven komen vanaf 2 minuut 38 aan bod.
maandag 23 mei 2011
dinsdag 17 mei 2011
De officiële opening.
Eindelijk was het dan zover, de neuzen stonden een avond dezelfde kant op en de Vechtcompetitie kon officiëel geopend worden. Na het nodige voorbereidende hark- en voerwerk afgelopen weekend installeerden Korneel, Arthur en ik ons gisteravond rond de klok van zeven aan de waterkant. De plekjes werden geclaimd en nog even van een bescheiden handje voer voorzien, de hengels werden opgetuigd met de officiële wedstrijddobbers, en toen was het tijd voor het startsein. Met een goeie "PLOP!" werden de bubbels ontkurkt en mocht het bekertje rondgaan:
Ook de stek werd even gezegend:
En toen was het na een lange stilte mijn beurt. Het rode puntje van de dobber verdween schuin onder de oppervlakte, ik tikte aan, en wist meteen hoe laat het was. M'n hart maakte een jubelsprongetje toen ik de vis ferme weerstand voelde geven en diep in het water van links naar rechts zag gaan. Eindelijk, de eerste dit jaar. Ik had me geen betere opener kunnen wensen.
Tot donker zouden er nog een ruisvoorn voor Korneel en een brasem voor mij volgen. Vervolgens bleef het ook in de schemer lang stil. Totdat m'n dobber wederom in de diepte verdween en ik na een flink gevecht de tweede groene biefstuk van die avond in handen had.
Arthur sloot de avond af met nog een flinke brasem. Hoewel het qua aantallen eigenlijk niet overhield, had ik een uitstekende avond. De groene Moby Dick was eindelijk getemd!
Ook de stek werd even gezegend:
En de dobbers konden vervolgens gelijktijdig te water. De openingstreffer was voor Korneel, die een klein baarsje verschalkte dat zijn dobber nauwelijks weg wist te trekken. Een al wat flinkere blankvoorn volgde kort hierop.
En toen was het na een lange stilte mijn beurt. Het rode puntje van de dobber verdween schuin onder de oppervlakte, ik tikte aan, en wist meteen hoe laat het was. M'n hart maakte een jubelsprongetje toen ik de vis ferme weerstand voelde geven en diep in het water van links naar rechts zag gaan. Eindelijk, de eerste dit jaar. Ik had me geen betere opener kunnen wensen.
Tot donker zouden er nog een ruisvoorn voor Korneel en een brasem voor mij volgen. Vervolgens bleef het ook in de schemer lang stil. Totdat m'n dobber wederom in de diepte verdween en ik na een flink gevecht de tweede groene biefstuk van die avond in handen had.
Arthur sloot de avond af met nog een flinke brasem. Hoewel het qua aantallen eigenlijk niet overhield, had ik een uitstekende avond. De groene Moby Dick was eindelijk getemd!
Abonneren op:
Posts (Atom)