donderdag 6 oktober 2011

De Kyll, dag twee.


De dinsdagochtend is fris en vochtig, maar het belooft een mooie heldere dag te worden. Het is rond achten als we naar beneden gaan voor het ontbijt. Geen seconde te laat, ik mag zelfs de verse broodjes nog gaan halen bij de voordeur. Terwijl we ons goed volstouwen voor de dag die we voor de boeg hebben staat Marion, de eigenaresse van het hotel al te zwaaien met onze vergunningen voor vandaag. Uitstekend. Als de koffiepot leeg is en de vergunningen zijn uitgeschreven gap ik nog een peer mee van het ontbijtbuffet en gaan we op pad. Vandaag gaan we het stuk rivier stroomafwaarts van het dorp proberen. We parkeren de auto bij het zwembad net buiten Kyllburg en kunnen hier direct het water in. Tegen de oevers en bij een in het water gevallen boom stijgen er al een paar forellen en we zien voor onze voeten ook al snel wat bronzen flanken flitsen. We binden er allebei een nimf aan en met een minuut of tien heb ik de eerste forel er al aan hangen.




















Ook bij Remko is het kort daarna raak en hij pakt een vergelijkbaar visje. De precieze omvang van de school barbelen voor m'n voeten wordt me terwijl ik de kanten af sta te werpen langzaam duidelijk. In de geul ligt een vis of dertig-veertig, de grootste rond de zestig, de kleinste zo'n dertig centimeter lang. Hier moet toch wat te halen zijn. Een hoop drifts over de school met verschillende nimfen levert echter alleen wat valsgehaakte vis op. Ik gok dat m'n nimf niet diep genoeg komt, wissel nog één keer naar een klein roze nimfje en knijp deze keer ook een klein hagelloodje een stukje hoger op m'n leader. De boel zakt zo lekker snel af, terwijl de lichte nimf zelf relatief vrij kan bewegen. De aanpassing blijkt succesvol, want binnen korte tijd hangt de eerste barbeel aan de andere kant. Naja, barbeeltje, want m'n schepnet heb ik niet eens nodig. 't Jochie vecht overigens leuk, veel feller en drukker dan z'n grotere soortgenoot een dag eerder.




















En het blijkt geen toevalstreffer, want in de komende anderhalf uur volgen er nog vijf barbelen. Bovendien schieten er nog een vis of drie, vier los tijdens de dril. Dolle boel dus. Tussen de gelande vissen zitten een paar flinke bakken.




Remko vangt in de tussentijd nog een forelletje en een alver. Omdat ik het wel even mooi geweest vind, roep ik hem om ook even z'n barbeeltje te komen vangen. Voor mij is het tijd voor een krentenbol, een slok water en een sigaretje. Ook Remko haakt na wat finetunen een mooie bak. Omdat ik de hengel nog op de kant heb staan kan ik op m'n gemak wat foto's maken van zijn gestoei.








































Het is inmiddels twee uur, en we staan nog steeds in hetzelfde stuk water waar we die morgen begonnen zijn. Gisteren kilometers gemaakt voor totaal twee visjes, vandaag zes barbelen en een forel vanaf dezelfde standplaats, op valafstand van de auto. Het kan verkeren. Nadat Remko z'n vis weer heeft teruggezet besluiten we dat het een mooi moment is om even in het zonnetje te gaan lunchen. Als de krentenbollen in de mik zitten besluiten we toch maar eens te gaan verkassen. We zouden als we het probeerden hier waarschijnlijk nog wel tien barbelen kunnen vangen, maar het avontuur roept.

Verderop bevinden zich een paar diepere geulen in de rivier. Zoals verwacht zien we hier weer barbelen flanken, maar eigenwijs als ik ben knoop ik er weer een droog vliegje aan in de hoop dat er wat forel aan de oppervlakte wil komen kijken. Remko gaat weer met de nimf aan de slag. Wat worpen over de verst gelegen geul leveren niets op en ik mag toekijken hoe Remko een forel haakt die een paar mooie sprongen uit het water maakt. Ik wandel zijn kant op, m'n vliegje over het water slepend. Ineens zie ik vanuit m'n ooghoek iets flitsen als het vliegje gepakt wordt door een alvertje. Lachend til ik de vis uit het water. Ik heb er ook een hoor!




















Eens zien of we dat trucje kunnen herhalen. Dat gaat redelijk, en het komende halfuur vermaak ik me kostelijk me de stijgende alvertjes, die vaak nog behoorlijk lastig te haken blijken, omdat ze niet zelden net zo snel weer spugen als dat ze pakken. Remko heeft een schooltje riviergrondels gevonden en ruikt weer een soort voor op z'n lijstje. En Remko zou Remko niet zijn als hij niet net zo lang doorpeutert tot hij een paar grondels gehaakt heeft. Stiekem erg fraaie visjes trouwens.




















Ik ben inmiddels wel klaar met de alvertjes en banjer verder. Met een streamertje kam ik een traag stukje rivier uit en mis twee harde aanbeten. Onder een paar overhangende elzentakken verderop zie ik vis stijgen en probeer het weer eens met een droge vlieg. De vlieg landt mooi onder de bomen en wordt direct gepakt. Ik tik aan en de dader, een leuke beekforel, springt direct uit het water. Maar de lijn van gisteren lijkt te worden doorgezet en de vis lost direct weer. Onder dezelfde boom kan ik als troost gelukkig nog wel wat alvertjes foppen, en terwijl ik sta te vissen zie ik bij een spoorbrug vijftig meter verderop regelmatig een dikke forel stijgen. Dit gaat weer een projectje worden. Omdat het water voor de brug niet al te diep is en ik de vis niet wil verjagen ga ik het water uit en loop met een grote boog om de stek heen om de vis voorzichtig van achter te kunnen aanwerpen. Geen haast nu. Ik parkeer m'n hengel tegen een balsemien aan, steek er nog eentje op en sla de stek rustig gade. De vis laat zich regelmatig zien en lijkt op de her en der rondfladderende schietmotten te jagen. Ik maak m'n rokertje uit op de kiezels, knoop een sedge aan en werp de vis aan. Flats! De vis pakt vol vertrouwen, maar wéér lost de vis kort na het aantikken. The best laid plans...
Het heeft uiteraard weinig zin om je hier lang druk over te maken. Snel vergeten en wat foto's maken van de tot de verbeelding sprekende stek. Want als ik alleen voor de forellen kwam, had ik net zo goed een tripje naar een lelijke visvijver kunnen maken.




















Voorbij de brug hang ik vervolgens in korte tijd drie vliegen aan de takken. Een mooi moment om het blikje cola uit het achtervak van m'n vest te halen, de kant op te kruipen en eerst maar even te wachten tot Remko ook mijn kant op komt.




















Als de beste man zich bij me voegt zie ik hoe Remko voor z'n voeten een forel mist die achter z'n streamer aanjaagt. Het schijnt zijn derde misser te zijn sinds de laatste keer dat ik hem sprak. Terwijl ik nog even van de omgeving geniet vist hij fanatiek door en weet de volgende vis wel te haken. Het loopt inmiddels tegen vijven en we besluiten langzaamaan eens aan de terugtocht te beginnen, zodat we niet weer in het donker met onze spullen staan te klieren straks. M'n forel bij de spoorbrug geeft in tweede instantie niet meer thuis. Tijd voor bier en pizza.

De Kyll bij Kyllburg, dag één.

Omdat door het prachtige weer mijn prioriteiten de afgelopen week wat meer bij barbecues en parkhangen en wat minder bij visverslagen schrijven hebben gelegen heeft het even mogen duren voordat ik het tijd vond worden om maar eens een begin te maken aan een reportage van mijn afgelopen bezoek aan de rivier de Kyll in de Duitse Eifel. Maar met een nieuwe werkweek die na twee weken vrij weer voor de deur staat lijkt dit dan een uitstekend moment voor wat escapisme door middel van een stukje herbeleving.

Vorige week maandag reed om vijf uur 's morgens Arthur z'n auto voor. Zonder Arthur helaas, want die was op het laatste moment toch verhinderd, maar met Remko, die toevallig ook vakantie had opgenomen en die de gereserveerde hotelkamer in Kyllburg maar wat graag over wilde nemen om een paar dagen te gaan vliegvissen. Ik had m'n Duitse staatsvergunning al met de post aangevraagd, maar voor Remko moest nog even een tussenstop in het stadje Gerolstein worden gemaakt, waar hij rond de klok van negen uur weer met "Der Blaue" in de hand het gemeentehuis verliet en we onze weg vervolgden naar eindbestemming Kyllburg. De Kyll, en met name het traject bij Kyllburg is voor veel (Nederlandse) vliegvissers een populaire bestemming en dat heeft de nodige voor- en nadelen. Het grote voordeel is dat het erg gemakkelijk is om aan informatie te komen over plaatsen om te overnachten, vergunningen, vangsten en zelfs stekken. Het nadeel is natuurlijk dat de kans klein is dat je als enige staat te vissen en dat de vis door de relatief grote hengeldruk zich wel drie keer bedenkt voordat ze iets dat vagelijk op wat eetbaars lijkt in hun mond stoppen. De goede verhalen en mooie foto's die we op het internet tegenkwamen lieten echter eventuele theoretische nadelen al snel naar de achtergrond verdwijnen. En met de drukte zou het op doordeweekse dagen in het naseizoen vast wel meevallen.




















De hoteleigenaars vonden dat we met tien uur wel wat aan de vroege kant waren, maar onze kamers waren in principe klaar, dus de spullen konden worden uitgeladen en de dagvergunningen voor het traject werden uitgeschreven, zodat we er meteen op uit konden. De hoteleigenaar bleek de beroerdste niet, want hij pakte er meteen een kaart bij om ons het bevisbare traject en de goed bereikbare stukken rivier te laten zien. En met een waarschuwing dat we de trajectgrens bij het nabijgelegen St. Thomas absoluut niet moesten overschrijden, omdat de controleur daar een goeie mafkees is, sprongen we in de auto om het eerste deel van het traject te gaan verkennen. Het stuk waar we uitstapten bleek het stuk rivier te zijn waar de linke controleur huishield, dus toen we in de waadpakken waren geklommen en door het weiland naar de rivier banjerden verwachtten we elk moment een briesende Duitse idioot met een hooivork/jachtgeweer en een troep bloedhonden aan te zien stormen. Dit lot bleef ons echter bespaard, en we konden gaan vissen. De Kyll bleek hier een mooie afwisselende rivier met stroomversnellingen ondiepe kabbelwater en tragere diepe stukken, gelegen in een dal met aan weerszijden beboste hellingen. Hoog op de hellingen groeien vooral sparren, en richting het water vooral loofbos in de vorm van beuken, eiken en elzen. De oevers zijn weelderig begroeid met vooral wilgen, groot hoefblad, springbalsemien (véél springbalsemien!) en soms manshoge brandnetels.




















Gretigheid zorgde ervoor dat Remko en ik snel het water opgingen om ons geluk te beproeven en elkaar ook al heel snel uit het oog verloren. Geen probleem, de ervaring leert dat je elkaar vroeger of later wel weer treft op 't water. Enfin, ik ging aan de slag met de droge vlieg. Er vlogen genoeg muggen, sedges en ook kleine eendagsvliegjes boven het water en hoewel ik op dat moment nog nergens vis zag stijgen, gokte ik dat het wel zou moeten werken. Dat viel tegen. Ik haakte en loste wel wat klein vis, waarschijnlijk alvers, maar de forellen lieten zich niet zien. Uiteindelijk zag ik in een bocht een stukje stroomopwaarts van waar ik stond in een stukje ondiep water een mooie forel liggen en probeerde m'n vliegje mooi voor z'n neus te presenteren. De vis zwom weg en ik dacht dat m'n kans verkeken was. Voor alle zekerheid toch nog maar een worp eroverheen, een metertje verder. Bam! De forel flitste omhoog en greep m'n vlieg. Ik zette de haak en de vis maakte direct een paar dolle sprongen het water uit. Na een felle korte dril had ik de vis langszij, maar toen ik de vis wilde pakken wist de forel zich met een spartelpartij van de haak te bevrijden. Jammer, want het was een mooie van zo'n dertig centimeter. Zonder er al te veel over na te denken maakte ik nog een worp over hetzelfde stuk water en tot mijn grote verbazing schoot zag ik direct weer een forel van vergelijkbaar formaat omhoog knallen om de vlieg te grijpen. Ik haakte de vis, maar ook deze forel wist zich al snel los te werken.
Wederom jammer, maar het zorgde wel voor een vertrouwensboost. Er zat leuke vis en ze pakten droge vliegen. Het stukje Kyll wat ik daarna stroomopwaarts afstruinde leverde echter niets meer op en niet veel later trof ik Remko op het water. Tijd voor een korte evaluatie. Remko had het beter gedaan dan ik en had inmiddels twee forellen en een alver gevangen op nimfen en was toen ik hem tegenkwam bezig een flinke school barbelen te bestoken. Ook van deze rakkers had hij er al eentje verschalkt. Voor m'n neus zag ik in een diepere geul inderdaad een grote groep barbelen flanken en ik besloot het er ook eens op te gaan wagen. Ik knoopte een dikke roze vlokreeft-imitatie aan m'n leaderpunt en begon de school barbelen aan de werpen. Na een worp of vijf stokte m'n vliegenlijn in de drift, zette ik instinctief de haak en brulde "Ja! Hangen!" naar Remko, die een meter of tien verderop stond. De barbeel bleek een leuke, en terwijl ik de spanning op de lijn hield draaide ik snel m'n losliggende vliegenlijn in om de vis op de reel te krijgen. De vis bleef  felle runs maken richting de diepere geul waar ik hem uitgepeuterd had en gierde daarbij meerdere malen goed door de slip van m'n reel. Na een minuut of tien had ik de vis dan eindelijk in m'n netje en kloste ik met een grote grijns op m'n gezicht naar de oever om de vis te onthaken en te fotograferen. Ik stond nog niet goed en wel op kant of ik hoorde Remko ook roepen dat hij er weer eentje gehaakt had. Blijkbaar zwom zijn barbeel zo het net in, want ook hij kwam al snel met veel gehotseklots de kant op zodat er wat foto's gemaakt konden worden van vissers met vis.






































Mijn tot dat moment nog wat matige visdag was in één klap goedgemaakt. Barbeel stond al jaren op mijn lijstje en na mijn kortstondige gepruts met een stukje kaas in juni van dit jaar, was het extra mooi om me zo snel alweer te revancheren met de vliegenhengel. Prachtig. Ook soortenjager Remko was erg content met deze toevoeging aan zijn lijst.

De barbelen lieten het hierna afweten en we gingen beiden weer onze eigen weg.
Ik kwam bij een spoorbrug aan, waar de rivier in drie mooie gedeeltes tussen de pijlers doorstroomde en waar ik in het meest linker gedeelte een forel zag stijgen. Ik besloot voorzichtig te werk te gaan, en liep om de brug heen zodat ik de forel voorzichtig van achteren kon benaderen. Ik koos positie en bekeek hoe ik de worp het beste kon maken voor een mooie drift naar de vis. De worp pakte perfect uit, en de vis steeg vol vertrouwen naar m'n vlieg. De vis ging direct goed tekeer in het ondiepe water, maar ook deze forel wist zich al snel weer te bevrijden. Er begon zich een milde frustratie van me meester te maken. Zou het dan echt niet meer gaan lukken vandaag?

Voorbij de brug werd de rivier al snel een stuk minder interessant, dus ik besloot m'n heil een stukje verderop te gaan zoeken. Dat "stukje" bleek echter een behoorlijk stuk, want eer ik weer een goed benaderbaar gedeelte van de rivier bereikte was ik een halfuur ploegen door een drassige oeverzone vol balzakhoog gras, brandnetels, wilgen en balsemienen verder. Uiteindelijk hoorde ik door de wilgen de rivier weer kabbelen en wurmde ik me door de begroeing naar het water toe. De rivier was hier weer mooi afwisselend van karakter en voor ik het wist werd m'n vliegje ineens gepakt door een leuk forelletje. Eindelijk.




















Remko was ik tijdens mijn verwoedde veldtocht weer volledig uit het oog verloren en aangezien de zon inmiddels achter de heuvels was verdwenen leek het verstandig om maar even op hem te wachten. Het duurde niet lang of ik zag vanuit m'n ooghoek een stuk stroomopwaarts alweer een vliegenlijn door de lucht flitsen; blijkbaar was hij al eerder richting het water gegaan. Toen ik naar de rap donker wordende lucht wees kwam hij druk lullend mijn kant op. Uiteraard had hij met z'n nimfen weer meer gevangen dan ik; hij kon vijf forellen bijtellen op zijn dagscore. Na nog wat worpen her en der werd het tot echt tijd om aan de terugweg te gaan beginnen. We hadden nog zo'n twee kilometer te gaan, waarvan een aanzienlijk deel door dichte begroeing. Behalve dat het snel donkerder werd begon er vanuit de velden een dikke mist op te komen en hadden we onderweg behoorlijk wat wroetsporen van wilde zwijnen gezien. Nou zijn wilde zwijnen natuurlijk geen grizzly's, maar reken maar dat ik schrik als ik in het donker ineens tegen zo'n knorrie aanloop.




















Maar na een bescheiden veldtocht door het struikgewas, langs de oevers en uiteindelijk na de derde spoorbrug door een weiland weer omhoog kwamen we met het balsemienenzaad tot in onze oren, maar verder zonder al te veel kleerscheuren weer bij de auto aan. In het dorp schoven we direct bij de locale pizzeria aan, en onder het genot van een welverdiend avondmaal en een biertje en lieten we dag één bezinken.