donderdag 6 oktober 2011

De Kyll bij Kyllburg, dag één.

Omdat door het prachtige weer mijn prioriteiten de afgelopen week wat meer bij barbecues en parkhangen en wat minder bij visverslagen schrijven hebben gelegen heeft het even mogen duren voordat ik het tijd vond worden om maar eens een begin te maken aan een reportage van mijn afgelopen bezoek aan de rivier de Kyll in de Duitse Eifel. Maar met een nieuwe werkweek die na twee weken vrij weer voor de deur staat lijkt dit dan een uitstekend moment voor wat escapisme door middel van een stukje herbeleving.

Vorige week maandag reed om vijf uur 's morgens Arthur z'n auto voor. Zonder Arthur helaas, want die was op het laatste moment toch verhinderd, maar met Remko, die toevallig ook vakantie had opgenomen en die de gereserveerde hotelkamer in Kyllburg maar wat graag over wilde nemen om een paar dagen te gaan vliegvissen. Ik had m'n Duitse staatsvergunning al met de post aangevraagd, maar voor Remko moest nog even een tussenstop in het stadje Gerolstein worden gemaakt, waar hij rond de klok van negen uur weer met "Der Blaue" in de hand het gemeentehuis verliet en we onze weg vervolgden naar eindbestemming Kyllburg. De Kyll, en met name het traject bij Kyllburg is voor veel (Nederlandse) vliegvissers een populaire bestemming en dat heeft de nodige voor- en nadelen. Het grote voordeel is dat het erg gemakkelijk is om aan informatie te komen over plaatsen om te overnachten, vergunningen, vangsten en zelfs stekken. Het nadeel is natuurlijk dat de kans klein is dat je als enige staat te vissen en dat de vis door de relatief grote hengeldruk zich wel drie keer bedenkt voordat ze iets dat vagelijk op wat eetbaars lijkt in hun mond stoppen. De goede verhalen en mooie foto's die we op het internet tegenkwamen lieten echter eventuele theoretische nadelen al snel naar de achtergrond verdwijnen. En met de drukte zou het op doordeweekse dagen in het naseizoen vast wel meevallen.




















De hoteleigenaars vonden dat we met tien uur wel wat aan de vroege kant waren, maar onze kamers waren in principe klaar, dus de spullen konden worden uitgeladen en de dagvergunningen voor het traject werden uitgeschreven, zodat we er meteen op uit konden. De hoteleigenaar bleek de beroerdste niet, want hij pakte er meteen een kaart bij om ons het bevisbare traject en de goed bereikbare stukken rivier te laten zien. En met een waarschuwing dat we de trajectgrens bij het nabijgelegen St. Thomas absoluut niet moesten overschrijden, omdat de controleur daar een goeie mafkees is, sprongen we in de auto om het eerste deel van het traject te gaan verkennen. Het stuk waar we uitstapten bleek het stuk rivier te zijn waar de linke controleur huishield, dus toen we in de waadpakken waren geklommen en door het weiland naar de rivier banjerden verwachtten we elk moment een briesende Duitse idioot met een hooivork/jachtgeweer en een troep bloedhonden aan te zien stormen. Dit lot bleef ons echter bespaard, en we konden gaan vissen. De Kyll bleek hier een mooie afwisselende rivier met stroomversnellingen ondiepe kabbelwater en tragere diepe stukken, gelegen in een dal met aan weerszijden beboste hellingen. Hoog op de hellingen groeien vooral sparren, en richting het water vooral loofbos in de vorm van beuken, eiken en elzen. De oevers zijn weelderig begroeid met vooral wilgen, groot hoefblad, springbalsemien (véél springbalsemien!) en soms manshoge brandnetels.




















Gretigheid zorgde ervoor dat Remko en ik snel het water opgingen om ons geluk te beproeven en elkaar ook al heel snel uit het oog verloren. Geen probleem, de ervaring leert dat je elkaar vroeger of later wel weer treft op 't water. Enfin, ik ging aan de slag met de droge vlieg. Er vlogen genoeg muggen, sedges en ook kleine eendagsvliegjes boven het water en hoewel ik op dat moment nog nergens vis zag stijgen, gokte ik dat het wel zou moeten werken. Dat viel tegen. Ik haakte en loste wel wat klein vis, waarschijnlijk alvers, maar de forellen lieten zich niet zien. Uiteindelijk zag ik in een bocht een stukje stroomopwaarts van waar ik stond in een stukje ondiep water een mooie forel liggen en probeerde m'n vliegje mooi voor z'n neus te presenteren. De vis zwom weg en ik dacht dat m'n kans verkeken was. Voor alle zekerheid toch nog maar een worp eroverheen, een metertje verder. Bam! De forel flitste omhoog en greep m'n vlieg. Ik zette de haak en de vis maakte direct een paar dolle sprongen het water uit. Na een felle korte dril had ik de vis langszij, maar toen ik de vis wilde pakken wist de forel zich met een spartelpartij van de haak te bevrijden. Jammer, want het was een mooie van zo'n dertig centimeter. Zonder er al te veel over na te denken maakte ik nog een worp over hetzelfde stuk water en tot mijn grote verbazing schoot zag ik direct weer een forel van vergelijkbaar formaat omhoog knallen om de vlieg te grijpen. Ik haakte de vis, maar ook deze forel wist zich al snel los te werken.
Wederom jammer, maar het zorgde wel voor een vertrouwensboost. Er zat leuke vis en ze pakten droge vliegen. Het stukje Kyll wat ik daarna stroomopwaarts afstruinde leverde echter niets meer op en niet veel later trof ik Remko op het water. Tijd voor een korte evaluatie. Remko had het beter gedaan dan ik en had inmiddels twee forellen en een alver gevangen op nimfen en was toen ik hem tegenkwam bezig een flinke school barbelen te bestoken. Ook van deze rakkers had hij er al eentje verschalkt. Voor m'n neus zag ik in een diepere geul inderdaad een grote groep barbelen flanken en ik besloot het er ook eens op te gaan wagen. Ik knoopte een dikke roze vlokreeft-imitatie aan m'n leaderpunt en begon de school barbelen aan de werpen. Na een worp of vijf stokte m'n vliegenlijn in de drift, zette ik instinctief de haak en brulde "Ja! Hangen!" naar Remko, die een meter of tien verderop stond. De barbeel bleek een leuke, en terwijl ik de spanning op de lijn hield draaide ik snel m'n losliggende vliegenlijn in om de vis op de reel te krijgen. De vis bleef  felle runs maken richting de diepere geul waar ik hem uitgepeuterd had en gierde daarbij meerdere malen goed door de slip van m'n reel. Na een minuut of tien had ik de vis dan eindelijk in m'n netje en kloste ik met een grote grijns op m'n gezicht naar de oever om de vis te onthaken en te fotograferen. Ik stond nog niet goed en wel op kant of ik hoorde Remko ook roepen dat hij er weer eentje gehaakt had. Blijkbaar zwom zijn barbeel zo het net in, want ook hij kwam al snel met veel gehotseklots de kant op zodat er wat foto's gemaakt konden worden van vissers met vis.






































Mijn tot dat moment nog wat matige visdag was in één klap goedgemaakt. Barbeel stond al jaren op mijn lijstje en na mijn kortstondige gepruts met een stukje kaas in juni van dit jaar, was het extra mooi om me zo snel alweer te revancheren met de vliegenhengel. Prachtig. Ook soortenjager Remko was erg content met deze toevoeging aan zijn lijst.

De barbelen lieten het hierna afweten en we gingen beiden weer onze eigen weg.
Ik kwam bij een spoorbrug aan, waar de rivier in drie mooie gedeeltes tussen de pijlers doorstroomde en waar ik in het meest linker gedeelte een forel zag stijgen. Ik besloot voorzichtig te werk te gaan, en liep om de brug heen zodat ik de forel voorzichtig van achteren kon benaderen. Ik koos positie en bekeek hoe ik de worp het beste kon maken voor een mooie drift naar de vis. De worp pakte perfect uit, en de vis steeg vol vertrouwen naar m'n vlieg. De vis ging direct goed tekeer in het ondiepe water, maar ook deze forel wist zich al snel weer te bevrijden. Er begon zich een milde frustratie van me meester te maken. Zou het dan echt niet meer gaan lukken vandaag?

Voorbij de brug werd de rivier al snel een stuk minder interessant, dus ik besloot m'n heil een stukje verderop te gaan zoeken. Dat "stukje" bleek echter een behoorlijk stuk, want eer ik weer een goed benaderbaar gedeelte van de rivier bereikte was ik een halfuur ploegen door een drassige oeverzone vol balzakhoog gras, brandnetels, wilgen en balsemienen verder. Uiteindelijk hoorde ik door de wilgen de rivier weer kabbelen en wurmde ik me door de begroeing naar het water toe. De rivier was hier weer mooi afwisselend van karakter en voor ik het wist werd m'n vliegje ineens gepakt door een leuk forelletje. Eindelijk.




















Remko was ik tijdens mijn verwoedde veldtocht weer volledig uit het oog verloren en aangezien de zon inmiddels achter de heuvels was verdwenen leek het verstandig om maar even op hem te wachten. Het duurde niet lang of ik zag vanuit m'n ooghoek een stuk stroomopwaarts alweer een vliegenlijn door de lucht flitsen; blijkbaar was hij al eerder richting het water gegaan. Toen ik naar de rap donker wordende lucht wees kwam hij druk lullend mijn kant op. Uiteraard had hij met z'n nimfen weer meer gevangen dan ik; hij kon vijf forellen bijtellen op zijn dagscore. Na nog wat worpen her en der werd het tot echt tijd om aan de terugweg te gaan beginnen. We hadden nog zo'n twee kilometer te gaan, waarvan een aanzienlijk deel door dichte begroeing. Behalve dat het snel donkerder werd begon er vanuit de velden een dikke mist op te komen en hadden we onderweg behoorlijk wat wroetsporen van wilde zwijnen gezien. Nou zijn wilde zwijnen natuurlijk geen grizzly's, maar reken maar dat ik schrik als ik in het donker ineens tegen zo'n knorrie aanloop.




















Maar na een bescheiden veldtocht door het struikgewas, langs de oevers en uiteindelijk na de derde spoorbrug door een weiland weer omhoog kwamen we met het balsemienenzaad tot in onze oren, maar verder zonder al te veel kleerscheuren weer bij de auto aan. In het dorp schoven we direct bij de locale pizzeria aan, en onder het genot van een welverdiend avondmaal en een biertje en lieten we dag één bezinken.

1 opmerking: