zondag 17 juli 2011

Zondagmiddag funpost: Handboek voor de Soldaat.

Gistermiddag ben ik met makker Emile een aantal kringloopwinkels afgegaan in Utrecht en omgeving. We hadden na recente plundering van onze huisraad door uithuizende exen allebei wat grote en kleine zaken op het lijstje staan om de boedel weer wat aan te vullen. Bovendien staan bezoekjes aan rommelmarkten en kringloopwinkels altijd garant voor voor een goed potje lachen. Je loopt goederen tegen het lijf waarvan je het bestaan niet had kunnen vermoeden en er lopen types rond voor wie eigenlijk hetzelfde geldt. En zoals elk goed Hollander betaamt word ook ik blij van iets daadwerkelijk nuttigs vinden, dat in goede staat verkeert en voor een prikkie mee naar huis mag. En met een buit van twee hanglampen, een spiegel, een paar voorraadpotten (voor de broodnodige kneuterigheid in de keuken),  een fonduepannetje en een paar kandelaars (met alleen gladde praatjes kom je er niet) had ik niets te klagen. En omdat ik dus een zwak heb voor mooi "oud papier" wordt de boekenhoek ook altijd even grondig uitgeplozen en kon het volgende juweeltje aan de score worden toegevoegd:


























Een prachtig boekwerkje vol met instructies hoe men zich als kannonnenvoer in dienst van de nationale krijgsmacht in 1976 diende te gedragen. Van de veters strikken tot het uitschakelen van tanks, alles komt aan bod. Zei ik alles? Ik bedoelde dus alles.



























Indien U de hindernis moet doorschrijden, dan kunt U dit als volgt doen:



























Amai. Een beetje vertier met fie...uh, schóne fruitige Belgische meisjes van goeden doen behoort helaas niet tot de mogelijkheden:

















En even lekker de benen omhoog, een goed glas whisky inschenken en een pijpje opsteken nadat de vijand verslagen is? Ik zou er maar twee keer over nadenken:


























Voor hen die nog uit de tijd van de dienstplicht stammen (en zichzelf tenminste niet met "morele bezwaren en een punkachtig uiterlijk" onder hun verplichtingen jegens het Vaderland uit hebben geluld) is het wellicht allemaal wat minder curieus dan voor mij. Maar ik heb er in elk geval weer een paar uurtjes plezier mee gehad. En er stiekem nog daadwerkelijk wat van opgestoken ook.

Goed, ik ga die lampen maar eens ophangen.

zaterdag 9 juli 2011

Match the polderhatch.

Herinnert u zich deze nog?




















Precies, de eendagsvliegjes die de laatste tijd steevast rond zonsondergang hatchen op mijn "nieuwe" ruisvoornstek. Vanavond heb ik me maar eens gebogen over een imitatie.






































Enig onderzoek heeft inmiddels geleerd dat het haften uit het geslacht Caenis zijn. Een geslacht eendagsvliegen waarvan de nimfen vooral in stilstaand of langzaam stromend water met een modderige bodem leven en die hatchen in de avonden in juli. Leuk wist-u-datje: Onder vliegvissers staan de verschillende Caenis-soorten ook wel bekend als "Angler's Curse." Omdat ze zo verrekte klein en dus nauwelijks na te binden zijn. #28 en kleiner zijn geen uitzonderingen. Met recht klein klotegrut dus. Ik zal maar meteen toegeven dat ik vals heb gespeeld. Mijn vliegjes zijn op een nummertje 18 gedraaid. Ze doen het er maar mee. Ik ga er eerdaags ook nog wel wat spinner-varianten van binden. Gewoon, omdat 't kan.

donderdag 7 juli 2011

The antennae! Shoot the antennae!



























We may be witnesses to a Biblical prophecy come true - 'And there shall be destruction and darkness come upon creation and the beast shall reign over the earth.' 


Zo'n vaart als in het geniale Them! uit 1954 zal het waarschijnlijk niet lopen, en veel meer dan een terrasbezem om het zand terug te vegen tussen de tegelvoegen zal dan ook niet nodig zijn. De automatische geweren, vlammenwerpers en explosieven mogen dus in het schuurtje blijven. Maar ze zijn momenteel wel aan het uitvliegen, de koninginnen en de mannetjes van de Lasius Niger, de gewone Zwarte Wegmier dus. Vooral tijdens de warmere zonnige avonden kiezen de dames van koninklijke bloede gevolgd door een eskader darren het luchtruim. Tijdens de vlucht worden de koninginnen bevrucht door de mannetjes en zullen spoedig hierna een nieuwe kolonie stichten. De mannetjesmieren worden na hun kortstondige lidmaatschap van de Mile High Club direct overbodig en zullen ter aarde storten om hier weldra te sterven. Ze kunnen natuurlijk ook in een polderslootje landen. Op dat laatste heb ik me in elk geval maar voorbereid. Gekke ruizer die zo'n makkelijke vette hap laat liggen.




vrijdag 1 juli 2011

Als vliegen op stront.

Vanavond heb ik weer eens fatsoenlijk een paar uurtjes gemaakt met de vlieg. En het waren een paar uitstekende uurtjes. De ruizers hadden er zin in en waren in het avondzonnetje veelal op zicht aan te werpen. Zo wist ik in de eerste twee uurtjes de één na de andere te pakken op een nimfje. En leuke ook nog. Een enkel guppie daargelaten, waren de visjes allemaal tussen de twintig en dertig centimeter. Goed boeren dus. En dat ondanks een strontvervelende harde wind die menig worp een meter of twee van het geplande doel deed belanden.

Toen die wind langzamerhand ging liggen en de zon al flink laag was gezakt werd het even een uurtje wat stiller. Maar kort daarna begon de echte pret pas. Eerst kwamen de dansmuggen. Toen de sedges. En voor ik het goed en wel doorhad zat ik ineens onder de kleine grijzige meivliegjes die mijn linkerbeen als locatie hadden uitgezocht om hun laatste vervelling te ondergaan.































































Het zal niemand verbazen dat ik me tijdens deze gemengde hatches helemaal gek heb gevangen op droge vliegjes.  De ruizers stegen overal en gristen alles met vleugeltjes en pootjes van het water. Ook de blankvoorns en zelfs een baars kwamen mijn aangeboden imitaties van de oppervlakte snoepen. Geniaal, eindelijk weer eens zoveel actie op de droge vlieg. En dat allemaal vanaf dezelfde plek. Op sommige dagen gaat het bijna té makkelijk. Die dagen moet je koesteren, want ik durf bijna te wedden dat als ik er morgen weer sta (alsóf ik dat kan laten) het weer eens ouderwets een handjevol kleine voorn en een verdwaald baarsje worden. Met ruisvoorn kun je er nou eenmaal erg moeilijk peil op trekken. De ene dag springen ze met tientallen tegelijk in je schoot, de dagen, wat zeg ik, weken erna is het weer bikkelen voor een enkel speldaasje. Maar vanavond was het dus zeldzaam perfect. Ik geniet nog even na.

Van de vangsten heb ik alleen de twee kleinste visjes op de gevoelige plaat vastgelegd. En wel voor dit nobele doel. Welterusten!