zondag 29 augustus 2010

Stilleven met beekforel. (Ardennen deel 1)

Afgelopen week heb ik in de Belgische Ardennen doorgebracht. Alhoewel, week; met een aankomst op zaterdagmiddag en een vertrek op de volgende vrijdagochtend heb je het eigenlijk maar over 5 effectieve dagen. De helft van die tijd heb ik gevist. Door de Ardennen stromen een aantal rivieren en mooie beken waar onder andere kopvoorn, vlagzalm en forel in zwemt. Een uitgelezen gelegenheid om de vliegenhengel eens te gebruiken waarvoor hij eigenlijk ontworpen is. Ik bevond me in het gebied van de (Oostelijke) Ourthe, en hoewel je in de zomermaanden als visser op deze rivier nogal eens geplaagd kunt worden door de massa's toeristen in kano's, kun je als je goed zoekt nog prachtig rustige stukken vinden. In de rivier zelf of in één van haar zijwateren.

Na onderweg de benodigde vergunningen te hebben gehaald en de zondag wat potentiele stekken bekeken te hebben stond ik de maandagmorgen dan in vol ornaat aan het water.




















Ook bij dit volle ornaat mag een kleine kanttekening. Een waadpak of lieslaarzen heb ik niet, dus wat waden betreft zou het niet dieper kunnen dan een paar ordinaire kaplaarzen zouden toelaten. Heel problematisch was dat vooralsnog niet, want dit stuk Ourthe was op wat diepere kuilen na over het algemeen niet dieper dan een centimeter of vijftig. En die diepere stukken, daar zouden ze zitten.




















Na wat worpen op om de slag er weer een beetje in te krijgen vlakbij de brug waar ik begon, was het stuk op de foto hierboven het eerste stuk rivier dat ik besloot serieus uit te kammen met een nimfje. Na wat proberen stelde ik mijn beetindicatortje zo in dat de nimf tijdens de drift net over de bodem bewoog. Vanaf een grote rots middenin de rivier kon ik mooie lange worpen maken, zodat de pheasant tail ruim de tijd kreeg om de poel door te gaan alvorens de lijn door de stroomversnelling naast me werd opgepikt. Het duurde niet lang of de indicator verdween onder de oppervlakte. Bij het straktrekken van de lijn en het heffen van de hengel voelde ik inderdaad weerstand die vis verraadde, maar dit was slechts van korte duur want de vis loste snel. Het gaf de burger echter moed en het duurde niet lang voor het proces zich herhaalde en de vis wel bleef hangen. Een leuke beekforel van zo'n 25 cm weerde zich kranig in het stromende water, maar uiteindelijk kwam ik als winnaar van dit potje touwtrekken uit de bus.




















De eerste forel aan de vliegenhengel was een feit, geweldig! En nog beter, het duurde niet veel langer voor een tweede exemplaar van hetzelfde formaat zich aandiende. Uit hetzelfde stukje water. Hoe ik zo zeker wist dat het niet dezelfde vis was? Laat de catch&release-politie het niet horen, maar die eerste vis begon inmiddels gewikkeld in een vochtige theedoek in mijn tas de eerste verschijnselen van lijkstijfheid te vertonen. Zijn opvolger trof het een stuk beter, die werd direct in het water onthaakt en hoefde zelfs niet op de foto. Als er al zo snel succes werd geboekt zou het vast niet de laatste vis van de dag zijn.

Dat viel dus tegen. Struinend langs de rivier viste ik nog verschillende stukken grondig af, maar zonder enig resultaat. Tijd om de wapenen even te ruste te leggen en de boterhammen uit de tas te halen.

























Het uiterlijk van de Ourthe begon hier inmiddels wat te veranderen. Vergeleken met het grillige rotsachtige stuk met wat diepere poelen waar ik mijn dag was begonnen was de rivier hier veel gelijkmatiger. Het water was op de meeste plaatsen 40 tot 60 centimeter diep, de bodem kiezelachtig en de eerste ranonkelbedden begonnen te verschijnen. Op het plekje waar ik van mijn lunch genoot zag ik bovendien een flinke barbeel wegzwemmen. Toen de bammetjes achter de kiezen waren leverde drifts met de nimf tussen de waterranonkel net zoals al eerder echter niets op. Omdat het inmiddels ook begon te regenen besloot ik de rivier bij de eerstvolgende stroomversnelling over te steken en via een door de bomen beschut paadje aan de terugweg te beginnen.




















De miezerregen werd al snel een heuse plensbui en het duurde niet lang voordat de bomen nauwelijks nog beschutting boden en ik stukje bij beetje een nat pak begon te krijgen.




















Doorlopen was voorlopig het devies, vissen zou wellicht straks nog wel even kunnen. Geloof het of niet, maar ondanks de regen genoot ik. Ik zou zelfs heel voorzichtig willen zeggen, dankzij de regen. De met bomen, klimop, varens en mossen begroeide rotsachtige hellingen van het dal waarin ik liep waren namelijk nog net wat mooier in de nattigheid en de gevallen regen werd via kleine beekjes en watervalletjes van de helling naar de Ourthe afgevoerd. Bovendien voegde de regen nog een stukje extra avontuurlijkheid toe. Als Nederlander grijp je immers alles aan om jezelf in iets Grootsch en Meeslependsch te wanen. Gelukkig werkte zoals gezegd de omgeving daar prima in mee en werd de hengel ingeruild voor de camera.






































En ja, dat klinkt behoorlijk pretentieus als je vervolgens twee net onscherpe foto's plaatst. Ze geven echter wat mij betreft perfect weer wat ik anders met nog meer woorden had moeten omschrijven. Een andere leuke bijkomstigheid was het feit dat ik onderweg wat eekhoorntjesbrood zag staan langs het pad. De paddestoelen mochten de forel gezelschap houden in de tas. Zo kwam mijn dag uiteindelijk ten einde toen ik het pad bleef volgen en ik weer bij de brug uitkwam waar ik mijn visdag aan de andere oever begonnen was. Bij terugkomst in het huisje werd het natte pak te drogen gehangen en kon ik niet veel later genieten van een bij elkaar gesprokkeld maaltje. Lekker authentiek, lekker wollen sok.




















1 opmerking: